De bekende verzetsman Henk van Randwijk, had een bijzondere relalie met Waterland en met Purmerend. Zijn schoonouders woonden in Purmerend. In 1935 trouwde hij in het Purmerender Stadhuis op de Kaasmarkt met Ada Henstra, de dochter van de sluismeester, en hij bezocht regelmatig vrienden in de Marktstad. Van 1962 tot zijn dood in 1966 woonde Van Randwijk in Ilpendam aan de Jaagweg.

In het begin van het laatste oorlogsjaar bracht een hachelijke onderneming Van Randwijk naar Purmerend. De Amsterdamse SD beloofde het leven van een gearresteerde vriend van Van Randwijk te sparen als de verzetsman erin zou slagen de door het verzet gekidnapte NSB-burgemeester van Purmerend, Van Baak, vrij te krijgen. Van Randwijk zocht contact met de ontvoerders van de burgemeester en sprak onder meer met zijn oude vriend Derk de Vries. Daarnaast moet hij contact hebben gehad met Derk’s broer Siem de Vries, de bekende Purmerender LO-er. Ada van Randwijk-Henstra, de weduwe verzetsman herinnert zich de gebeurtenissen.

Zij vertelt,

Op 12 januari 1945 werd een goede vriend van ons, Arie van Namen, tezamen met het bestuur van de Groep 4045, het latere bestuur van de Stichting ’40-’45, gearresteerd door de Duitsers. Door verraad werd de hele groep opgepakt. Arie woonde bij ons, ondergedoken in de pastorie van dominee Oorthuys aan de Prinsengracht 21 in Amsterdam. Zijn arrestatie maakte diepe indruk op mijn man. “Het is alsof ik mijn armen en benen kwijt ben”, zei hij. We waren er ontzettend van onder de indruk en we vroegen ons af of er wegen waren om hem vrij te krijgen. Zo kwamen we bij Ans Roos, een kennis van ons. Ze was samen met haar broer opgepakt in verband met brand in het bevolkingsregister in Amsterdam. Haar broer werd gefusilleerd, maar Ans hebben ze vrij gelaten. Daarna heeft ze contact met de Duitsers aangehouden. Niet iedereen zou daar qua karakter in staat zijn, maar je hoorde wel meer dat je dan toch wel eens iets kon doen. Het waren schofterige heren, maar Duitse officieren hadden toch een soort erecode.

Ans had een ontmoeting gearrangeerd tussen mijn man en de SD-er Viermann. Het was een griezelige zaak, maar hij heedft het toch wille doen. Hij vond het nodig om werkelijk alles op alles te zetten om Arie vrij te krijgen. We waren zolang met Arie opgetrokken, hij woonde bij os, we waren erg op elkaar gesteld geraakt. Mijn man wist dat hij zich in het hol van de leeuw zou wagen. De Duitsers wisten dat hij een relatie had met het verzet, maar ze hadden hun woord gegeven dat hem niets zou gebeuren. Hij  wilde Arie helpen, maar hij walgde er van met Viermann te moeten praten. Het was in een periode dat de Duitsers wel meer contact zochten met het verzet. De Duitsers voelde hun nederlaag aankomen en trachtten hun hachje te redden door aan te biedn samen met het verzet tegen de communisten te vechten.

Initiatief.

Voor wie het initiatief voor een ontmoeting uitging, is niet geheel duidelijk. Van Randwijk en Viermann hadden allebei belang bij een gesprk. In zijn boek Ï de Schaduw va Gisteren” schreef Van Randwijk dat Viermann tegen Ans Roos zei iemand van het verzet te willen spreken en “nicht so ein Würstchen”. Ik word ervoor aangewezen, schreef Van Randwijk.

Ada herinnert zich echter dat het Van Randwijk zelf was die het initiatief nam en Ans Roos benaderde met het verzoek om een gesprek met de Duitsers te arrageren.

Ada: Aanvankelijk lukte het niet met de ontmoeting. Ze hadden op een neutrale plek afgesproken. Dat zou voor mijn man veel secuurder zijn, hoewel je wltijd nog in de val kon lopen. Er was net een Duitser doodgeschoten en de andere Duitsers mochten hun hoofdkwartier niet uit. Toen zeiden ze: Kom maar hiernaartoe, Dat was natuurlijk niet zo leuk, want mijn man werd natuurlijk ontzettend gezocht. Maar ze zochten niet naar Van Randwijk maar naar Sjoerd van Vliet. Dat was de schuilnaam van mijn man. De Duitsers hebben niet geweten, dat Van Randwijk Sjoerd van Vliet was. Viermann stelde een ruil voor. Het ging hem om de man van een buurmeisje van hem uit zijn dorp i Duitsland. Dat buurmeisje was getrouwd met de burgemeester van Purmerend. Het verzet had de burgemeester gekidnapt en Viermann wilde proberen hem los te krijgen. Het ging om een vriendendienst voor zijn vroegere buurmeisje. Omdat wij zeer bezorgd waren over Arie zeiden we “Goed, we zullen het proberen, we gaan er heen”. We hadden toch vertrouwen dat Viermann zijn woord zou houden. Heel gek misschien, maar je moet niet vergeten dat het tegen het einde van de oorlog was en dat de Duitsers wel wisten, dat het verloren was.

Contact met Purmerend.

Via koeriersters werd contact gelegd met Purmerend. Op 13 maart 1945 schreef Van Randwijk aan de PV (Plaatselijk Vertegenwoordiger) in Noord-Hollandof er contact met de ontvoerders kon worde opgenomen. “Dring er bij hen op aan dat ze niets onherstelbaars met hem, Van Baak, doen. ER bestaat namelijk een mogelijkheid om hem voor goede doeleinden te gebruiken, voegde Van Randwijk aan zij verzoek toe. Een dag later kwam er antwoord: “Ge zijt hier toevallig aan het juiste adres. De vraag is dus wat ge met hem voor hebt.” Uiteindelijk kreeg Van Randwijk het adres van een contactpersoon in Purmerend. Ada vertelt over de barre tocht naar Purmerend door de winterse kou.

Ada: Door kolengebrek voer de pont over het IJ bijna niet meer. Er ging alleen een bootje en op beide oevers stnden eindeloze rijen te wachten n verband met de hongertochten van de stad naar het platteland. Mijn man kreeg een pasje van de Duitsers, waarmee hij voorrang kon krijgen om met het bootje mee te kunnen. Maar hij zei: We gebruike het niet, als ze weten dat we met een pasje van de Duitsers rondlopen gooien ze ons in het water. We hebben dus keurig op onze beurt gewacht. Op de fiets reden we verder naar Purmerend. Ik ging mee omdat mijn ouders in Purmerend woonden en omdat het veel veiliger was met zijn tweeën te reizen. Een man alleen was veel verdachter. Ik ben bij mijn ouders o bezoek geweest. Daar kon mijn man absoluut niet komen omdat de Duitsers hem daar zochten. Toen ik in de gevangenis in Scheveningen zat hebben ze twee weken bij mijn ouders gezeten i de hoop dat hij daar zou opdagen. Het huis werd nog steeds in de gaten gehouden. Mijn man had een apotheker in de Peperstraat als contactpersoon opgekregen. Daar zou hij verder geholpen worde. Hij kwam ontdaan terug en zei: Je zult het geloven of niet, maar ik heb met Derk de Vries gesproken. Derk de Vries was een oude vriend van ons. Mij man kende Derk vanwege hun literaire ontmoetingen voor de oorlog. Derk de Vries schreef ook verzen. We kwamen daar nogal eens in huis.

De ontmoeting.

In “De Schaduw van Gisteren”schreef Van Randwijk over de ontmoeting: ‘In Purmerend aangekomen blijkt de man – Van Baak -  ontvoerd te zijn door jongens van mijn eigen organisatie. Ze hebben gelogen, gezegd dat hij nog leeft, om represailles jegens gevangen zittende Purmerenders te voorkomen. De man, die mij deze leugen moet komen vertellen, blijkt een vooroorlogse vriend van me te zijn. Wij hebben nooit geweten, dat we in eenzelfde georganiseerd verband werkten. Hij zegt de waarheid. De burgemeester is dood. Met die boodschap moet ik terug. Behalve met Derk de Vries  moet Van Randwijk echter ook met Siem de Vries gesproken hebben, de broer van Derk. De broers De vries woonden naast elkaar aan de Purmerweg. Derk deed het verspreidwerk voor VN, maar Siem was de actieve verzetsman en had contacten met de KP-ploeg i de Purmer, de otnvoerders van Van Baak. De weduwe van Siem de Vries, Aletta de Vries-Beetz herinnert zich dat Siem e Van Randwijk elkaar ontmoet hebben.

Aletta: Siem ontmoette Van Randwijk bij apotheker Logger. Om het verhaal te vertellen liep Siem met Van Randwijk in de richting van de Nekkerstraat. Toen moest Siem vertellen dat Van Baak er niet meer was. Dat was natuurlijk afschuwelijk. Siem zat er erg over in, hij vond het zo flink van Van Randwijk dat hij zijn vriend probeerde te helpen.

Ada: Derk of Siem zei tegen mijn man: Het is vreselijk, ik kwam met de opdracht te vertellen dat we Van Baak niet uit zouden leveren, maar nu jij het bent moet ik zeggen dat hij dood is. Met die boodschap moest mijn man terug naar Viermann. Natuurlijk zei hij iet dat Van Baak dood was, maar dat er niets aan te den was of zoiets. Viermann heeft het wel begrepen. Hij vod het waarschijnlijk niet eens zo vreemd. Zij deden het, dus waarom zou het verzet het niet doen? We dachten niet dat het verzet Van Baak zou vrij laten. Maar ze hadden zij leven kunnen sparen in ruil voor het leven van Arie van Namen. De Duitseers zouden Arie ook niet hebben vrijgelaten, maar als ze niet gefusilleerd werden, dat zou al heel wat zijn. Dat was voor beide kanten belangrijk. Achteraf zijn alle opgepakte leden van de Groep ‘40-‘’45 weer vrijgelaten. Ze zijn geen van allen doodgeschoten. De hele onderneming in Purmerend heeft dus geen invloed gehad op het lot van de gevangenen. Op de dag na de bevrijding stonden we zowat de hele dag voor het SD-hoofdkwartier in de Euterpestraat te wachten. Er stond een hele groep mensen te wachten op de gevangenen, die een voor een onder luid gejoel naar buiten kwamen. Maar Arie was er steeds niet bij. Toe Arie ’s avods nog niet vrij was, heeft mijn man de Duitsers ogebeld. Hij is erg van leer getrokken, zoiets van:  Als jullie hem nu niet vrij laten hangen jullie morgen op de Dam”. Toen lieten ze Arie eindelijk vrij, als allerlaatste.